Actief schrijven
Actieve zinnen komen meer tot de kern. Daardoor laten je woorden meer indruk achter bij de lezer. Deze kan hierdoor beter een voorstelling maken bij je verhaal. Hieronder vind je vijf tips die je helpen om actiever te schrijver.
De juiste volgorde: Twee belangrijke kenmerken van een actieve zin zijn het onderwerp (wie speelt een rol) en de persoonsvorm (een werkwoord). Houd deze volgorde bij voorkeur aan.
Goed: ‘U ontvangt één week voor de vergadering de agenda van de projectleider.’ Fout: ‘De agenda wordt één week van tevoren naar u toegezonden door de projectleider’.
Wees stellig en vermijd twijfel: Je weet wat je de opdrachtgever te bieden hebt. Vermijd daarom woorden die twijfels veroorzaken, zoals: mogelijk, kunnen, kan, waarschijnlijk, eventueel en wellicht.
Goed: ‘Onze stortingsdienst is binnen twee uur aanwezig bij calamiteiten.’ Fout: ‘Bij een calamiteit kunnen wij binnen twee uur aanwezig zijn’.
Worden’ en ‘zijn’ schrappen: Deze woorden leiden vaak tot een lijdende vorm. Hierdoor krijgen zinnen een algemeen karakter. Je laat hierdoor minder indruk achter.
Goed: ‘Onze accountmanager belt de accountant wanneer er tussentijdse wijzigingen plaatsvinden.’ Fout: ‘U wordt door accountmanager gebeld wanneer er tussentijdse wijzigingen optreden.’
Gebruik beeldende werkwoorden: Woorden die tot de verbeelding spreken laten meer indruk achter. Benoem specifieke mijlpalen.
Goed: ‘De graafwerkzaamheden starten in week 42 en eindigen in week 43. In week 44 worden alle kabels gelegd en aangesloten: de infrastructuur is operationeel.’ Fout: ‘De installatie wordt aangelegd tussen week 42 en 44.’