Uitsluitingsgronden
Bij procedures met een opdrachtwaarde boven de Europese drempel hanteert de aanbesteder uitsluitingsgronden. Op basis van de Aanbestedingswet 2012 moet een aanbesteder een aantal verplichte uitsluitingsgronden stellen. Bedrijven die deelnemen aan een criminele organisatie, of zich schuldig hebben gemaakt omkoping, corruptie, fraude, witwassen of terroristische activiteiten worden van deelname uitgesloten.
Facultatieve uitsluitingsgronden.
Daarnaast kan een aanbesteder ervoor kiezen om Europese procedures facultatieve uitsluitingsgronden toe te passen. Het gaat om tien specifiek benoemde gronden, waaronder in staat van faillissement zijn, het hebben begaan van een ernstige beroepsfout, wanprestaties in het verleden of een valse verklaringen te hebben gedaan.
Wanneer een uitsluitingsgrond van toepassing is, dan stelt de aanbesteder het bedrijf in staat om aan te tonen dat zij voldoende maatregelen heeft genomen om de betrouwbaarheid te herstellen. Bijvoorbeeld in de gevallen dat het bedrijf schade heeft vergoed of actief heeft meegewerkt met de onderzoekende autoriteiten en maatregelen hebben genomen om verdere fouten te voorkomen. Indien de aanbesteder van oordeel is dat de maatregelen voldoende zijn, dan wordt het bedrijf alsnog toegelaten.
Uitsluitingsgronden melden in UEA
Wanneer een uitsluitingsgrond van toepassing is, dan benoemt de inschrijver dit op het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA). Hier kunnen ook de maatregelen worden benoemd die genomen zijn om de betrouwbaarheid aan te tonen. Het niet noemen van een uitsluitingsgrond die wél van toepassing is heeft een valse verklaring tot gevolg. Dit leidt tot uitsluiting en kan verregaande consequenties hebben bij toekomstige aanbestedingen.